Hij zei: "De Ethiopiërs maken hun goden zwart en geven hen een platte neus; de Thraciërs zeggen dat ze blauwe ogen en rood haar hebben". Als ossen en paarden handen hadden en konden schilderen, zei Xenophanes, zouden ossen de goden ongetwijfeld als ossen afbeelden en paarden zouden hen als paarden schilderen.
Hij bekritiseerde ook de doctrine van de zielsverhuizing van Pythagoras en stak de draak met het idee dat een menselijke ziel in een ander dier terecht kon komen. Xenophanes had een vaag concept van een god, die 'in geen enkel opzicht in vorm of gedachte op de mens lijkt' en die 'alle dingen veroorzaakt door gedachten in zijn geest'.
Thales meende dat water het eerste principe van de natuurlijke fenomenen was, maar Xenophanes dacht aan modder. Xenophanes had namelijk de fossiele resten van zeedieren in de aarde gezien en dacht daarom dat de wereld periodiek opdroogde en zo terugkeerde naar de oorspronkelijke modderige staat, waardoor de levensvormen in de aarde vast kwamen te zitten en geconserveerd werden voordat het proces weer omkeerde.
Xenophanes was ook de eerste denker die anticipeerde op de waarschuwing van Socrates om voorzichtig te zijn met claims van zekere kennis. Filosofische zekerheden bestonden volgens Xenophanes niet, want zelfs als we bij toeval op de waarheid stuiten, is er geen enkele manier om zeker te weten dat de dingen zijn zoals we denken dat ze zijn. Toch maakt dat het filosofische onderzoek niet nutteloos, want door het aan het licht brengen van fouten in ons denken weten we in ieder geval wat niet het geval is, ook al weten we niet zeker wat wel het geval is. Dit idee heeft een moderne tegenhanger in de falsificatiemethode van Karl Popper.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten